Ga naar de inhoud

. . en wat donker voor de ondergrond. Aan “donker” ontbreekt het hier niet, ça ne manque pas, zegt de geschoolde Tsjadiaan. Corruptie, de helft van de bevolking met mes of geweer in de aanslag, bergen afval wachtend op de Dag des Oordeels, scholen waarvan de ouders zeggen “had ik mijn zoon maar niet gestuurd, dan had hij tenminste nog geleerd om sorghum te verbouwen”; Tsjaad’s plek helemaal onderaan de Human Development Index en een regering die daar lak aan heeft.

Om het persoonlijk te maken: een paar weken geleden ging een bezoek aan Mangalme niet door. Te gevaarlijk, want daar was net wraak genomen om brandstichting in verschillende dorpen en de moord op meer dan 100 mensen, door zwaarbewapende nomaden. Men zegt dat ze uit Soedan kwamen en Tsjaad verder willen destabiliseren; en dat geen van de aanvallers overleefde. Er is een serie van zulke aanslagen gaande en de onrust rond Mangalme is nog niet over.

Pas werden tientallen jongens veroordeeld die op 20 oktober hadden gemanifesteerd tegen de verlenging door generaal Deby van zijn mandaat als de facto president. Hun advocaten hadden zich collectief teruggetrokken, officieel uit protest tegen het schijnproces. Maar ook uit gegronde vrees voor hun eigen leven. Het “proces” vond namelijk plaats in de beruchte gevangenis Koro Toro, ver weg van alles in de woestijn.
Maar behalve wonderbaarlijke mensen zijn er ook plekken in Tsjaad die niet van deze wereld lijken, buiten het bereik van providers, overheid, etnische conflicten, zelfs van plastic. Het joch hierboven woont in een dorp aan de voet van de bergen van Abu Telfane. Ze verbouwen er tabak en tomaten, bij het dorpshoofd staat een paard voor de deur.

Zaterdag liep ik daarvandaan de hele dag over de hellingen door het bos, op onverantwoord gladde schoenen, met Franco en een stroper op slippers als gids. Tussen knalblauwe en knalgroene vogels, drie adelaars, een armdikke slang, een maki (of zoiets, Pang-pang in het Migaama), sporen van stekelvarkens, everzwijnen en kudu’s en nog steeds stromend water.

Je hoopt dat een jongen als dit kind het licht ziet, en over een paar jaar niet naar N’djamena gaat of goud gaat zoeken bij de Lybische grens; dat hij blijft en de verbouw van tabak steeds afwisselt met die van bonen, om de grond te herstellen; dat de oogst altijd genoeg opbrengt voor batterijen tot aan bruidsschat; dat het paard altijd snel genoeg het gezondheidscentrum in Baro kan bereiken.

Volgende keer over het succes van moestuinen van vrouwen. Voor nu wens ik jullie lichte kerstdagen!