Meteen naar de inhoud
Kantoortje van Madas (rechts).

Dream Team

Mongo, 12 december. De duurste projecten die we (voor een goed deel) financieren zijn moestuinen en dammen die water vasthouden in de Guéra, middenin Tsjaad. Die activiteiten zijn aangeslingerd door de Italiaanse pater Franco (84, sinds zijn 24e in Tsjaad). Voor het “veldwerk” heeft hij al ruim zes of zeven jaar een gouden team, twee mannen met wie ik ook met enorm plezier samenwerk, Khadam Daouro en Madas Allamine.
Khadam (49) is de man met bril. Eigenlijk is hij hoofd van de bibliotheek van een soort hbo-school, maar die is van veel staken overgegaan naar niet-functioneren-zonder-te sluiten. Komt goed uit, want Khadam is een technicus en terreinman in hart en nieren. Hij berekent benodigdheden aan cement, staaldraad, pikhouwelen etc, koopt in, levert af, en houdt zicht op het graaf- en constructiewerk van de aanvragers zelf.

Khadam in moestuin, Tchalo Niye.

Hij is Moslim, net als 95% van de mensen hier, dus ik vroeg hoe Franco en hij elkaar ontmoet hebben. In 2002 heeft hij met anderen een vereniging opgericht om de woestijn tegen te houden en inkomsten uit landbouw te vergroten door bomen te planten. “Dat is ook waar het “père” (pater) om gaat. In het begin hielp hij ons met kleine bedragen, later gingen we steeds meer samen werken.”
Nu is Khadam vaste zzp-er voor het katholieke project. Hij is de eerste die het doorheeft als een leverancier te veel wil vragen, als er slordig wordt omgesprongen met materialen die de kerk doneert voor de aanleg van dammen of moestuinen, en ook als Franco’s planning voor tournées inefficiënt is. Hij heeft een hekel aan verspilling en corruptie. “En zo wil ik werken, normaal! Iedereen weet dat de Kerk niet vals speelt, geen wapens vervoert of andere ongein. Bij controles op weg naar Ndjamena mogen we altijd doorrijden, langs de rij auto’s die gefouilleerd worden, door het logo Eglise de Mongo.”

Teamlid no. 3, de pick-up (en Franco links).

Madas (ca 30) viel op als jong lid van de RK kerk in Baro. Sinds vorig jaar hebben zijn onvermoeibare hand-en-spandiensten voor de projecten van pater Franco hem een contract opgeleverd, voorlopig voor twee jaar. Als “animateur” maakt hij afspraken met vrouwengroepen over omheiningen, cursussen, de voorraad water; met dorpshoofden over toewijzing van land en de organisatie van werk aan dammen. Voor geen van beiden bestaat een werkdag uit uren, ze bestaat uit afspraken, bezoeken en kleine dienstverleninkjes die daar uit voortvloeien. De agenda van dit alles zat tot nu toe vooral in de hoofden van de twee en dat is steeds goed gegaan, maar we zijn bezig om de planning te professionaliseren, met het oog op de toekomst.

Toekomst is een onderwerp waar Madas anders mee omgaat dan veel Tsjadianen. Hij had er nooit over opgeschept, maar toen ik hem gisteren (tijdens een clandestiene autorijles) vroeg hoe het gaat met zijn autowasserijbedrijfje (een waterpomp naast een poel, zeep en twee jongemannen), vertelde hij:
“ik heb dit jaar schapen gekocht van het deel van mijn salaris dat pater Franco vooruit heeft betaald. Dat is beter dan het op de bank zetten. In april verkoop ik ze, dat levert dan 500.000 Fcfa (750 euro) op. Samen met de winst van sesam die ik goedkoop heb gekocht en in april zal verkopen, en met hopelijk een nieuwe vooruitbetaling van een deel van mijn salaris voor 2023, wil ik over een paar maanden een tractor kopen. Als ik een goede conducteur vind, levert de verhuur daarvan in twee jaar voldoende op om een vrachtwagen te kopen. Dan wil ik groenten en sesam verkopen in het oosten van Tsjaad. Daar liggen enorme kansen. Nu komen Soedanese handelaren helemaal naar hier om oogsten op te kopen. Als we een deel van die handel in eigen handen nemen, profiteer ik daar niet alleen van. Alle vrouwen in de regio die nu moestuinen aanleggen en nieuwe technieken leren kunnen dan een nieuwe markt aanboren.”
Wat een verschil met de verzuchting van anderen die je van ver ziet aankomen: “Ah ja, ideeën genoeg… als ik de middelen maar had…” Die weten niet dat dat nou juist mijn vluchtsignaal is. Maar Madas: “Het geeft voldoening te merken wat we zelf kunnen bereiken. Vraag me af en toe maar hoe het gaat, dat motiveert me.”

Vooruit, een kiekje van Madas en mij bij de dam van Gourbiti.

Naast zijn werk zit hij in de kerkeraad en een paar keer per jaar gaat hij met een groep jongeren naar de gevangenis om daar te bidden met gevangenen. (Juridische steun komt van anderen, morgen spreek ik daarover iemand.)
Voor wie zich zorgen maakt over de verdeling van aandacht van Madas en Khadam tussen het werk waarvoor Franco ze betaalt en hun eigen activiteiten: hun energie – ook die van pater Franco – is fenomenaal. Wie in Tsjaad ondanks een jaarlijkse dosis malaria, oververhitting en talloze onbenoemde ziekten overleeft, heeft paardenkracht.

PS, Met eindexamenklas net “Doe, a deer, a female deer” uit The Sound of Music geleerd. 10 leerlingen in mijn pick-up terug naar Mongo, hele weg gezongen. Crazy. Happy. Very.